Beëindigen behandelingsovereenkomst ​

Juridisch kader: Boek 7 Burgerlijk Wetboek (BW), Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz)

Een zorgaanbieder kan de behandelingsovereenkomst niet zomaar beëindigen. Dit kan de zorgaanbieder alleen doen als belangrijke redenen voor zijn. In de wet staat niet wat die belangrijke redenen zijn. Dit moet dus van geval tot geval bekeken worden.

Als er sprake is van belangrijke redenen om de behandelingsovereenkomst te beëindigen, dan moet de zorgaanbieder bij het opzeggen van de behandelingsovereenkomst ook aan een aantal zorgvuldigheidseisen voldoen. Zo moet er een redelijke termijn in acht worden genomen. In die periode moet de nodige hulp worden voortgezet.

De Koninklijke Nederlandsche Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst (KNMG) heeft hierover een richtlijn opgesteld. Dit is de richtlijn ‘Niet-aangaan of beëindiging van de geneeskundige behandelingsovereenkomst’.

2023

Zorgaanbieder heeft voldoende gedaan om de behandelrelatie te verbeteren

In de uitspraak van de geschillencommissie Huisartsenzorg 20210065 oordeelt de commissie dat voldoende duidelijk is dat vanaf de start van de behandelrelatie de contacten moeizaam verliepen, ondanks het feit dat consulten op verzoek van de cliënt uit het dossier zijn verwijderd, waardoor  de zorgaanbieder lastiger kon aantonen dat hij verschillende gesprekken had gevoerd om de behandelrelatie te herstellen. . Ook hebben de assistentes verklaard dat zij het gedrag van de cliënt als bedreigend hebben ervaren. Zorgaanbieder heeft meerdere gesprekken gevoerd met de cliënt om de relatie te verbeteren en ook heeft hij de cliënt gewaarschuwd voor de gevolgen als dat niet zou gebeuren. De commissie is van oordeel dat er sprake was van een ‘gewichtige reden’ op grond waarvan de behandelrelatie beëindigd kon worden.

 

Geen sprake van beëindiging

In de uitspraak van de geschillencommissie Openbare Apotheken 20210070 zijn de cliënt en de zorgaanbieder ervan uitgegaan dat er in maart 2019 een eind was gekomen aan de behandelrelatie tussen de cliënt en de toenmalig apotheker. Dit is volgens de commissie een onjuiste conclusie. Uit het dossier blijkt nergens dat de behandelovereenkomst zou zijn opgezegd; niet door de huidige apotheker en niet door de toenmalige apotheker. Een apotheker kan een behandelingsovereenkomst met de cliënt slechts beëindigen indien daar ‘zwaarwegende redenen’ voor zijn. Voorafgaand aan de beëindiging moet een laatste waarschuwing gegeven worden.  De voormalig apotheker heeft aan de cliënt gevraagd haar medicatie ergens anders te betrekken, maar dat is geen opzegging van de behandelrelatie. Bovendien is er in april 2019 nog medicatie geleverd. De zorgaanbieder heeft met de overname van de apotheek, ook de cliënten overgenomen. De apotheker dient de behandelrelatie met cliënt dan ook te continueren.

 

2022

Thuisdialyse had niet per direct mogen worden beëindigd

In de uitspraak van de Geschillencommissie Ziekenhuizen 18803/24135 is niet aan de zorgvuldigheidseisen voor het beëindigen van de behandelingsovereenkomst voldaan. De geschillencommissie oordeelt dat het per direct stopzetten van de thuisdialyse niet had mogen gebeuren. Bij ernstige meningsverschillen over het gedrag van de cliënt of over de wijze waarop de cliënt de behandelingsovereenkomst naleeft moet de arts of de instelling de cliënt herhaaldelijk waarschuwen voor het beëindigen van de behandelovereenkomst als het gedrag niet verandert of plichten niet worden nageleefd. Hiervan moeten schriftelijke aantekeningen worden gemaakt in het medisch dossier. De zorgaanbieder heeft hier niet aan voldaan en had de behandelingsovereenkomst niet zo mogen beëindigen.

 

Onvoldoende waarschuwing en geen redelijke termijn in achtgenomen

In de uitspraak van de Geschillencommissie Geestelijke Gezondheidszorg 47836/51644 oordeelt de geschillencommissie dat de klager vooraf niet voldoende is gewaarschuwd dat de behandelingsovereenkomst zou worden beëindigd. De behandelaar is van mening dat hij diverse malen een signaal hierover heeft afgegeven, maar de geschillencommissie acht dit onvoldoende. De geschillencommissie is van oordeel dat niet is gehandeld overeenkomstig de in de KNMG-richtlijn: er is geen waarschuwing gegeven en geen redelijke termijn in acht genomen. Zie ook de uitspraak van het Centraal Tuchtcollege ECLI:NL:TGZCTG:2021:133 waarin het college oordeelt dat de neuroloog bij het beëindigen van de behandelrelatie niet eerst heeft gewaarschuwd en geen redelijke termijn in acht heeft genomen.

 

Zorgvuldigheidsregels voldoende in achtgenomen

In de uitspraak van de Geschillencommissie Huisartsenzorg 20210065 oordeelt de geschillencommissie dat de behandelingsovereenkomst wegens gewichtige redenen terecht is beëindigd. De huisarts heeft gehandeld conform de in de KNMG-richtlijn gestelde zorgvuldigheidseisen. Hij heeft meerdere gesprekken met de klager gevoerd. Ook heeft hij, toen de behandelrelatie verstoord was, de klager verzocht een andere huisarts te zoeken en is hij zorg blijven verlenen.

 

Meerdere malen gewaarschuwd

In de uitspraak van de Geschillencommissie Geestelijke Gezondheidszorg 11327/28519 oordeelt de geschillencommissie  dat ontslag terecht is gegeven. De klager is schriftelijk en mondeling gewaarschuwd om haar gedrag aan te passen. Ook in de uitspraak van de geschillencommissie Geestelijke Gezondheidszorg 45469/60279 zijn meerdere waarschuwingen gegeven.

 

Meerdere bedreigingen en intimiderende uitlatingen; ontslag behandelrelatie terecht

In de uitspraak van de Geschillencommissie Geestelijke Gezondheidszorg 35452/45185 vertoonde de klager structureel grensoverschrijdend en intimiderend gedrag tegen hulpverleners. De geschillencommissie is van oordeel dat het niet van belang is of de klager zijn bedreigingen wel of niet meende; doorslaggevend is dat meerdere werknemers en hulpverleners van de zorgaanbieder de uitingen van de klager als zeer bedreigend en intimiderend hebben ervaren. Ook hier is de behandelingsovereenkomst naar het oordeel van de geschillencommissie terecht beëindigd.

2020

Voorbeeld uitspraak 2017/51, Geschillencommissie Huisartsenzorg

Klaagster verwijt verweerder dat verweerder de behandelovereenkomst met haar en haar zoon onterecht beëindigde. Op grond van de KNMG richtlijn ‘Niet-aangaan of beëindiging van de geneeskundige behandelingsovereenkomst’ kan de zorgaanbieder de behandelingsovereenkomst alleen onder voorwaarden stopzetten. De KNMG richtlijn bepaalt dat als een arts de behandelrelatie met een van de gezinsleden stopzet vanwege een conflict, dat onvoldoende reden is om ook de al jaren bestaande behandelrelatie met de andere gezinsleden op te zeggen. Voor de zoon van klaagster was het bovendien belastend over te moeten gaan naar een andere huisarts – ook als dit binnen dezelfde praktijk is – vanwege zijn autisme. De commissie is van oordeel dat ook bij de zoon van klaagster geen sprake was van een dringende reden om met hem de behandelrelatie te beëindigen. 


Voorbeeld uitspraak 2017/58, Geschillencommissie Huisartsenzorg

Enkele dagen voor de dwangopname schreef de verweerster de klager uit op grond van zijn medische klachten. Klager vindt dat de uitschrijving tegen de regels is. Voor de beoordeling van deze klacht hield de geschillencommissie de KNMG richtlijn ‘Niet-aangaan of beëindiging van de geneeskundige behandelingsovereenkomst’ aan. In dit geval is klager twee keer gewaarschuwd zijn gedrag aan te passen, namelijk op 21 november en 20 december 2016. Als de klager dit niet zou doen, zou verweerster de behandelrelatie niet kunnen voortzetten. De commissie is van oordeel dat verweerster de behandelovereenkomst mocht stopzetten op basis van het herhaaldelijk verbale agressieve gedrag van de klager en het feit dat zij klager waarschuwde te stoppen met dit gedrag.

Zie ook: 20190095 en 20180118

Samenwerken aan kwaliteit

Waardevolle informatie en kennis uit de praktijk voor patiënt & zorgverlener